De verschillende Huizen van het Kind uit de eerstelijnszone Westhoek, gaan in de toekomst veel intensiever samenwerken. Ze werden door de Vlaamse Regering als pilootproject geselecteerd en kunnen zo in de komende twee jaar op maar liefst 450.000 euro rekenen. ‘Samenwerking zit ons, Westhoekinwoners, in het bloed. Dat hebben we al vaker bewezen,’ zegt een tevreden Loes Vandromme, Vlaams Parlementslid en schepen in Poperinge die het dossier hielp verdedigen in Brussel. ‘De extra middelen vanuit Vlaanderen zien we als een noodzakelijk element om onze plannen verder uit te werken én als een erkenning voor onze vastberaden wil tot samenwerking. Door de krachten te bundelen komen we verder!’
Huizen van het Kind
Elke Vlaamse gemeente beschikt ondertussen over een (al dan niet fysiek) Huis van het Kind. ‘In deze huizen komen organisaties samen die gezinnen helpen met kinderopvang, gezondheidszorg, vrijetijdsaanbod, opvoedingsondersteuning, workshops rond opvoeding, infosessies en nog veel meer. Kortom ouders en kinderen kunnen er terecht voor alles rond opvoeden en opgroeien,’ vertelt Vlaams Parlementslid Loes Vandromme en tevens schepen van Huis van het Kind in Poperinge.
Nu willen de verschillende Huizen van het Kind in de eerstelijnszone Westhoek een niveau hoger schakelen door, over de gemeentegrenzen heen, intensief te gaan samenwerken. De projectaanvraag werd door minister voor Welzijn, Hilde Crevits weerhouden om als één van de zes pilootprojecten in Vlaanderen in september 2024 van start te kunnen gaan.
Concreet gaan de Huizen van Poperinge, Vleteren, Mesen, Heuvelland, Houthulst, Lo-Reninge, Langemark-Poelkapelle, Zonnebeke en Ieper een samenwerkingsverband aan. De aparte werkingen worden geïntegreerd in één Huis van het Kind Westhoek. In de komende twee jaar wordt een sterk netwerk gevormd, samen met de verschillende partners die betrokken zijn bij de doelgroep van ouders met kinderen. Binnen dat netwerk worden kennis en expertise gedeeld om complexe vragen te beantwoorden en wordt er ook gewerkt aan een duidelijk overzicht waar netwerkpartners hun aanbod kenbaar kunnen maken.
‘Zeer belangrijk voor onze landelijke regio is ook een goede regionale spreiding van het aanbod,’ gaat Vandromme verder. ‘Ook daar zetten we via dit project nog meer op in. We bouwen de fysieke locaties verder uit en voorzien laagdrempelige informatie-, onthaal- en antennepunten. ‘
Ook 500.000 euro voor pilootproject Vroegdiagnostiek in West-Vlaanderen
Daarbij aansluitend keurde de Vlaamse Regering, op voorstel van minister Crevits, ook een pilootproject rond vroegdiagnostiek in West-Vlaanderen goed. Het project, dat twee jaar zal duren, focust op het oprichten van laagdrempelige diagnostische plekken waar ook zorg- en ondersteuningstrajecten op maat georganiseerd worden. Kennis en expertise van deskundigen wordt er samengebracht om zo een antwoord te kunnen bieden op de heel diverse diagnostische vragen. Dit project zal ook inhaken op het pilootproject van de Huizen van het Kind om te kijken hoe diagnostiek zo georganiseerd kan worden dat ouders die zich zorgen maken over hun kind niet meer van het kastje naar de muur worden gestuurd. Vlaanderen voorziet hier 500.000 euro voor.
‘De uitdagingen op vlak van opvoedingsondersteuning zijn groot en er zijn ontzettend veel actoren bij betrokken. Daarom is samenwerking, zeker in een landelijke regio waar het aanbod versnipperd of soms zelfs onbestaande is, zo belangrijk,’ besluit Loes Vandromme. ‘Het harde werk van de vele organisaties en onze vastberaden wil tot samenwerken wordt op deze manier ook erkend door Vlaanderen.’