Na een grote stijging in het schooljaar 2022-2023 is het aantal nieuwe zijinstromers vorig schooljaar teruggevallen tot op het niveau van in 2021-2022. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams Parlementslid Loes Vandromme opvroeg bij de minister van Onderwijs.
Bovendien blijft de lerarenbonus nog steeds onderbenut en blijkt uit cijfers heel duidelijk dat heel wat nieuwe zijinstromers die in knelpuntvakken en -ambten aan de slag gaan, heel wat jaren anciënniteit kunnen meenemen. Dit in tegenstelling tot zijinstromers die voor 2020 in het onderwijs starten. ‘We varen blind als het gaat over de zijinstromers,’ zegt het parlementslid. ‘We moeten echt veel beter en meer monitoren.’
Minder zijinstromers
In schooljaar 2023-2024 stapten 4330 zijinstromers in het onderwijs. Dat is een daling van bijna 8% tegenover het jaar daarvoor. 1543 of 36% van hen startten in een knelpuntvak of -ambt. ‘Daarmee zitten we weer op het niveau van twee schooljaren geleden,’ stelt Loes Vandromme. ‘Nochtans is het lerarentekort niet gedaald, wel integendeel. We moeten een echte doorgedreven monitoring opzetten, want elke leerkracht telt en de aanwezige zijinstromers zijn broodnodig in ons onderwijs. ’
Lerarenbonus blijft onderbenut
Als één van de maatregelen met het oog op de ‘herwaardering van de leraar’, voerde de Vlaamse Regering in september 2022 de lerarenbonus in. De maatregel is er op gericht om te voorkomen dat zijinstromers al te snel afhaken wanneer ze hun lesopdracht moeten combineren met de lerarenopleiding.
Het aantal zijinstromers dat een lerarenbonus opvraagt stijgt wel wat, maar blijft toch nog altijd ondermaats.
‘In het schooljaar 2022-2023 deden 639 van de 4697 (of 13.6%) zijinstromers een beroep op de lerarenbonus. In het schooljaar 2023-2024 waren dat er 710 van de 4330 of 16.4%.’
Eind 2023 maakte Vandromme al een plan op met 10 concrete maatregelen om zijinstromers in het onderwijs aan te trekken en ze er te houden.
Daarin pleitte ze onder andere voor een loonsimulator waarbij zijinstromers vooraf duidelijkheid hebben over hun verloning en arbeidsvoorwaarden.
‘Ondertussen is deze simulator ingevoerd. Dat is alvast een positief punt. Verder spraken we in het regeerakkoord af om extra inspanningen te doen om haalbare, betaalbare en aangepaste trajecten te voorzien voor zijinstromers. We zullen dat onder meer doen door zij-instromers actief toe te leiden naar de lerarenopleidingen,’ stelt Vandromme. ‘Met deze cijfers in de hand is het alvast duidelijk dat er nog werk aan de winkel is. Ik roep de minister van Onderwijs op om werk te maken van gepaste maatregelen voor het werven en houden van zij-instromers. Ik heb haar met mijn 10-puntenplan alvast een aanzet gegeven,’ stelt Loes Vandromme.
Nieuwe zijinstromers knelpuntvakken nemen veel anciënniteit mee
Zijinstromers die vooraf in de privé-sector hebben gewerkt als werknemer of zelfstandige en sinds 2020 instroomden kunnen nu tot 15 jaar van deze werkervaring laten meetellen als geldelijke anciënniteit.
‘Ik vroeg ook cijfers op over het aantal jaren anciënniteit dat de nieuwe zijinstromers in knelpuntvakken en -ambten van vorig schooljaar konden meenemen. Het viel mij op dat van deze 1543 zijinstromers ruim een derde (38%) het maximaal mogelijk aantal jaren in rekening kan brengen (582/1543) en 59% minstens 10 jaar (908/1543)’, geeft Loes Vandromme mee.
Zeker als een gelijkaardig beeld zou gelden voor de hele groep zij-instromers, waar we helaas geen cijfers van hebben, dan zijn de vele verzuchtingen van de groep zij-instromers van voor 2020 (die geen anciënniteit in rekening kan brengen) nog beter te begrijpen. In de leraarskamer komen zij waarschijnlijk vooral in contact met zij-instromers die een substantieel aantal jaren ervaring (10 jaar of meer) in rekening kan brengen.
‘Bovendien is het absurd dat zijinstromers die het onderwijs nu zouden verlaten en na 3 jaar terugkeren dan wél die anciënniteit meekrijgen’, vervolgt het parlementslid.
Mijn grootste zorg is vooral om alle talenten die we in ons onderwijs hebben ook te houden. Half januari kwamen toch heel wat leerkrachten op straat met de vraag naar werkbaar werk. We hebben dus nood aan een doordacht retentiebeleid. Want om aan de onderwijskwaliteit te werken hebben we er baat bij om die leerkrachten met heel veel expertise en kennis net aan boord te houden. En dat retentiebeleid maakt wat mij betreft ook deel uit van een lerarenloopbaanpact. Ik blijf op diezelfde nagel kloppen’, besluit Vandromme.