Nieuws

Vandaag is er heel wat te doen rond de inschrijvingsgelden in het volwassenenonderwijs maar eigenlijk is dit nog maat een eerste stap in een hervormingsoperatie. De Vlaamse Minister van Onderwijs wil de komende periode een grondige oefening doen om het aanbod van levenslang leren beter af te stemmen. Vlaams Parlementslid Loes Vandromme (cd&v) benadrukt dat de nabijheid van het aanbod cruciaal is. ‘Voor wie zich verder wil ontwikkelen en bijscholen in een snel veranderende arbeidsmarkt moet dat aanbod toegankelijk, bereikbaar en voldoende flexibel blijven.’

Cd&v komt met een nieuw voorstel om taaltrajecten voor anderstalige leerlingen ook aan ouders aan te bieden. “Op die manier kunnen gezinnen samen Nederlands leren via de scholen”, stelt initiatiefnemer Loes Vandromme (cd&v). Volgens het parlementslid neemt dit de barrière weg tussen ouders en scholen, neemt het een verantwoordelijkheid weg bij leerlingen én zijn de gezinnen hiermee ook op lange termijn geholpen. “Nederlands is de sleutel tot participatie en kansen.”

 I. Situering

1. Nederlands is onze bindende kracht.

De toegang tot onze gedeelde culturele identiteit wordt maar mogelijk gemaakt door een gedeelde taal. Zonder die taal kunnen mensen niet bijdragen aan het verder ontwikkelen van onze gedeelde identiteit en niet deelnemen aan het politieke debat. Het Nederlands is de cultuurtaal die fundamenteel mee vorm geeft aan wat het betekent een Vlaming in België en Europa te zijn. Kennis van het Nederlands blijft daarom - ook voor de indieners van deze conceptnota voor nieuwe regelgeving - een noodzakelijke voorwaarde om tot volwaardige integratie en om tot gemeenschapsvorming te komen.

Nederlands is onze bindende kracht.

Het aantal leerlingen dat gebruikmaakt van Tijdelijk Onderwijs aan Huis (TOAH) is opnieuw fors gestegen. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams Parlementslid Loes Vandromme (cd&v) bij de minister van onderwijs opvroeg. In vergelijking met het vorige schooljaar is er sprake van een toename van 12,86%. Over een periode van vijf jaar is de stijging zelfs nog opvallender: dan gaat het over een toename van maar liefst 48%.

Hoopgevend nieuws voor meest kwetsbare leerlingen in Deeltijds Beroepssecundair Onderwijs: de minister van onderwijs is bereid op zoek te gaan naar hoe bestaande en alternatieve trajecten beter op elkaar afgestemd kunnen worden.

Uit cijfers van Onderwijs Vlaanderen die Vlaams Parlementslid en onderwijsexperte Loes Vandromme (cd&v) analyseerde, blijkt dat het aantal leerlingen dat afwezig is op school wegens ‘persoonlijke redenen’ jaar na jaar stijgt. Vorig schooljaar waren maar liefst 1376 leerlingen uit het basisonderwijs en 2804 leerlingen uit het secundair onderwijs 30 halve dagen of meer afwezig op school wegens persoonlijke redenen.

In het basisonderwijs is dat een stijging van 25%. In het secundair onderwijs zijn de cijfers met 47% toegenomen. Zeer opvallend: op drie jaar tijd verdubbelden de cijfers in het gewoon secundair onderwijs.

‘Onaanvaardbaar’, vindt Loes Vandromme. ‘Het leerrecht van deze kinderen wordt geschonden. We moeten alles in het werk stellen om het recht op onderwijs te blijven garanderen voor àlle kinderen.’

Na de goedkeuring van het oorspronkelijke masterplan voor de Vroonhofsite in 2020, is er vijf jaar later een update van het plan nodig. De basisprincipes blijven behouden, maar er zijn ook enkele nieuwigheden.

Vlaams parlementslid Loes Vandromme (cd&v) is geen voorstander van één centraal, online aanmeldingssysteem voor alle scholen in het buitengewoon basis- en secundair onderwijs in Vlaanderen, waarin bij de toekenning van een school zal gekeken worden naar de afstand tussen de woonplaats van het kind en de school. “Dit kan er net voor zorgen dat de busritten voor die leerlingen die nu al lang onderweg zijn naar en van school, alleen maar langer worden”, stelt het parlementslid.

Steeds meer leerkrachten die les geven in het basis-, secundair, volwassenen-, of hoger onderwijs combineren die job met een opdracht in het deeltijds kunstonderwijs. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams Parlementslid Loes Vandromme (cd&v) opvroeg bij de minister van onderwijs. ‘Dat is een goede zaak,’ vindt het parlementslid. ‘Kunst- en cultuureducatie is en blijft een belangrijk element in ons leerplichtonderwijs maar vraagt vaak andere competenties en vaardigheden waar sommige leerkrachten in de rest van het onderwijslandschap wat minder voeling mee hebben. De expertise uit het deeltijds kunstonderwijs kan verruimend werken en anderzijds kunnen didactische en pedagogische vaardigheden uit het leerplicht, hoger of volwassenenonderwijs ook inspirerend zijn voor leerkrachten uit het DKO. Dat is ook waarom samenwerking in het decreet op het Deeltijds Kunstonderwijs uit 2018 expliciet wordt vermeld en gestimuleerd. Bovendien bevatten de nieuwe minimumdoelen voor het basisonderwijs een uitgebreid pakket aan doelstellingen rond muzische vaardigheden. Een samenwerking met het Deeltijds kunstonderwijs kan op deze vlakken dus een grote meerwaarde betekenen.

De minister van onderwijs lijkt er echter een andere mening op na te houden want afgelopen week kregen scholen de melding dat de middelen voor de DynamoPROJECTen vanuit Cultuurkuur worden geschrapt. Ik betreur die beslissing ten zeerste’, zegt Loes Vandromme. ‘Jaarlijks gaat dit toch over een 80-tal scholen die tot 2.000 euro ter beschikking krijgen om een samenwerking aan te gaan met een kunstenaar, kunstvereniging of andere culturele partner: ideaal om cultuur op school via een laagdrempelige manier binnen te halen.’

Sinds begin dit jaar werden al 31 nieuwe aanvragen voor huursubsidies voor het inzetten van modulaire units (lees: klascontainers) ingediend, 20 daarvan zijn ook al goedgekeurd. ‘Daarmee zit de minister van onderwijs al na vier maanden aan 73% van haar beschikbaar budget van 2 miljoen euro’, berekende Vlaams parlementslid Loes Vandromme (cd&v) die de cijfers opvroeg.  Bovendien is een nieuwe oproep voor de ‘klassieke’ huursubsidies waarbij gebouwen die voordien geen onderwijsbestemming hadden worden ingehuurd of gerenoveerd pas in het najaar voorzien.  ‘De extra inspanningen om in te zetten op degelijke schoolinfrastructuur zijn broodnodig, maar de cijfers tonen ook dat de noden groot zijn”, zegt het parlementslid. Ze roept de minister van onderwijs dan ook op om de vinger aan de pols te houden en voldoende middelen te voorzien voor wie op korte termijn infrastructuurnoden heeft. ‘Zeker in het buitengewoon onderwijs is er een heel nijpend en schrijnend capaciteitsprobleem.’