Tegenstrijdigheden in federale en Vlaamse regelgeving over rookbeleid maken het woonzorgcentra moeilijk
Loes Vandromme (cd&v), schepen voor Seniorenbeleid in Poperinge: "Laat woonzorgcentra, in overleg met hun bewoners, zelf bepalen wat werkbaar en verantwoord is."
Half september besliste de federale regering dat roken en vapen op terrassen verboden wordt vanaf 1 januari 2027. Ook publieke rookkamers worden verboden. Met die maatregelen hoopt de regering dat het aantal rokers verder daalt.
“De regeling was al eerder afgesproken in het regeerakkoord, maar nu is er dus ook een concrete datum bekend”, zegt Poperings schepen en Vlaams Parlementslid Loes Vandromme (cd&v). “Ik heb zeker begrip voor deze beslissing, maar als schepen voor woonzorgbeleid wil ik wel enkele tegenstrijdigheden in de wet- en regelgeving rond roken en vapen aankaarten. Het zorgt ervoor dat wij als woonzorgcentrum in een zeer lastig parket zitten. De regelgeving rond roken in woonzorgcentra is vandaag bijzonder complex en leidt in de praktijk tot tegenstrijdige verwachtingen. Enerzijds is er federale regelgeving die roken steeds meer beperkt, anderzijds voorziet de Vlaamse regelgeving in een recht op rookvrijheid binnen de woonzorgvoorziening. De interpretatie door de Vlaamse Zorginspectie versterkt deze spanningen nog.” Vandromme pleit voor keuzevrijheid: “Woonzorgcentra moeten de kans krijgen hierover in overleg te gaan met hun bewoners om zo tot een pragmatische regeling te komen.”