Hoopgevend nieuws voor meest kwetsbare leerlingen in Deeltijds Beroepssecundair Onderwijs: de minister van onderwijs is bereid op zoek te gaan naar hoe bestaande en alternatieve trajecten beter op elkaar afgestemd kunnen worden.
Tijdens de bespreking van het verslag van het Rekenhof over het ‘voorkomen van vroegtijdig schoolverlaten: leerlingenbegeleiding in het beroepssecundair onderwijs’, focuste Vlaams Parlementslid Loes Vandromme (cd&v) onder andere op het deeltijds beroepssecundair onderwijs (DBSO) dat eind dit schooljaar ophoudt te bestaan. Het stelsel Leren en Werken wordt namelijk ingekanteld in het systeem van duaal leren. Op het terrein zijn daar heel wat bezorgdheden rond. Heel wat kwetsbare jongeren kunnen via flexibele leerwegen binnen DBSO aan een onderwijskwalificatie geraken. Straks moeten ook zij terecht in het stelsel van duaal leren waar er veel minder op maat kan gewerkt worden en minder flexibiliteit voor handen is.
‘Dat is nefast voor deze jongeren die vaak een zware rugzak dragen en door allerlei omstandigheden en negatieve leerervaringen schoolmoe zijn’, zegt Loes Vandromme. ‘Het is een bezorgdheid die ik al meermaals heb aangekaart in de commissie: we moeten echt op zoek naar hoe we hier een antwoord op kunnen bieden.’
In haar reactie op de vraag van Loes Vandromme gaf de minister aan dat ze op zoek wil gaan om de bestaande én alternatieve trajecten beter op elkaar kunnen worden afgestemd.
‘Ik ben tevreden dat de minister oor heeft naar de vraag van op het terrein en ben graag bondgenoot om mee na te denken over een coherent kader van leerwegen. We moeten echt alle mogelijke middelen inzetten om leerlingen een onderwijskwalificatie te laten behalen. Een diploma is een zekerheid voor leven. Het is nu meer dan ooit van belang dat elke jongere die de school verlaat voldoende kennis van Nederlands en wiskunde heeft, breed gevormd is en de nodige vaardigheden heeft verworven om te starten op de arbeidsmarkt. Alleen zo garanderen we het leerrecht van elk kind’, besluit het parlementslid.