Nog nooit engageerden zich zoveel scholen en leerlingen voor het project ‘Conflixers’ van de Vlaamse Schollierenkoepel waarbij leerlingen hun leeftijdsgenoten ondersteunen waar en wanneer dat nodig is. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams Parlementslid Loes Vandromme (cd&v) opvroeg bij de minister van onderwijs. Na een coronadip steeg het aantal deelnemende scholen heel snel. Vorig schooljaar liep ‘Conflixers’ in 57 Vlaamse secundaire scholen en daarbij werden 738 leerlingen actief betrokken. Sinds de start liep het project al in bijna 300 Vlaamse scholen en werden meer dan 3600 leerlingen actief betrokken. Conflixers vertrekt vooral vanuit de peer-support methode waarbij leerlingen het voor hun leeftijdsgenoten opnemen, een luisterend oor zijn en actie tegen pesten ondernemen. ‘Ik geloof heel sterk in het peer-support principe, zegt Vandromme. ‘De Scholierenkoepel doet prachtig werk met dit aanbod, maar ze zouden de ruimte en middelen moeten krijgen om een grote communicatiecampagne op te zetten en hun aanbod nog ruimer uit te rollen’, vindt het parlementslid.
Cijfers
Sinds de start van het project in 2016 namen al heel wat scholen deel aan het project. Corona had wel een grote impact, maar nadien herstelde het aantal deelnemende scholen zich razend snel. Ondertussen werkte de Scholierenkoepel ook heel wat aangepaste pakketten uit. Behalve de uitgebreide trajectbegeleidingen zijn er ook inspiratieworkshops, boostworkshops, conflixerdokters, vaardigheidstrainingen train-de-trainer-opleidingen enzovoort. Leerlingen leren er de nodige vaardigheden om hun leeftijdsgenoten te ondersteunen in de meest uiteenlopende situaties: een leerling heeft een tegenslag gekregen of voelt zich wat down. Een eerstejaars kan maar niet wennen aan de grote school, klasgenoten krijgen ruzie, enzovoort.
In totaal volgden 289 scholen al één of meerdere trajecten met Conflixers. Zo werden 3659 leerlingen actief betrokken bij het antipestbeleid in hun school.

Extra aandacht voor buitengewoon onderwijs
Opvallend is wel dat scholen voor buitengewoon onderwijs amper gebruik maken van het aanbod. Tot nu toe liepen slechts 11 BuSo-scholen een traject met de Conflixers. ‘Wellicht is er een aangepaste aanpak nodig zodat ook buitengewone scholen aan de slag kunnen met deze peer-support methode,’ stelt Loes Vandromme.
‘Sowieso is het voor iedere school van groot belang om te werken aan de zogenaamde fase 0 en 1 in het zorgcontinuüm. Daarbij wordt extra aandacht besteed aan preventie en werken directie, leerkrachten en leerlingen aan een verbindend schoolklimaat waar zorg gedragen wordt voor iedereen. We moeten de scholen daarvoor zoveel mogelijk tools op maat bezorgen,’ besluit het parlementslid.