Vlaanderen werkt aan regels om het plantmateriaal voor hop officieel te kunnen certificeren en het plantmateriaal voortaan te kunnen voorzien van een plantenpaspoort. Dat heeft minister van Landbouw Jo Brouns geantwoord op een vraag van Loes Vandromme, Vlaams Parlementslid en eerste schepen in Poperinge. Dit verzekert kwaliteitsvol materiaal dat Vlaams hoptelers ook binnen de EU verder kunnen commercialiseren.
“Onze hoptelers zijn al langer bezig met een eigen veredelingsprogramma. Poperinge is het Belgisch epicentrum van de hop. Samen met de hoptelers, de begeleidende instanties en de stad Poperinge werken we al vele jaren aan een toekomstgerichte en stevige positie op de internationale hopmarkt”, weet Vandromme. “Daarenboven moet het plantmateriaal van hop voorzien zijn van een plantenpaspoort om de Belgische maar ook de Europese markt op te kunnen gaan.” Het certificeringssysteem dat nu in het leven geroepen wordt, garandeert daarnaast ook de rasechtheid en algemene kwaliteit van het materiaal.
Samen met een aantal copromotoren, zoals o.a. Inagro en het ILVO, richtte de stad een eigen veredelingsprogramma op en liep via het Europees subsidieprogramma Leader een projectdossier ‘HopBel- ontwikkelen van streekeigen Belgische hopvariëteiten’.
“Hop is een paspoortplichtige plant maar buiten deze verplichting bestaat er toch geen bijkomend regelgevend kader voor de handel en productie ervan voor op Europees niveau omdat het te veel een nichemarkt is”, antwoordde minister Jo Brouns in de commissie Landbouw, “Op vraag van de sector gaat Vlaanderen daarom zelf initiatieven nemen, zodat afnemers garanties hebben op vlak van herkomst en de afwezigheid van ziekten bijvoorbeeld. Het gebeurt niet vaak dat ondernemers zélf naar extra reglementering vragen, maar in deze kwestie is dit van groot belang om mee te kunnen spelen op de Europese markt. We werken hier graag aan mee.”
Brouns brengt het kader vrijdag naar de Vlaamse Regering. “Zo kan de officiële certificering voortaan in Vlaanderen gebeuren, wat een noodzaak is voor de ontwikkeling van de verdere commercialisering van streekeigen hopvariëteiten”, besluit Loes Vandromme.