‘Het feit dat er, na het afbakenen van zones of gebieden waar bepaalde afspraken gelden, zonder enig voorafgaand overleg toch extra nieuwe regels of beperkingen komen vanuit de overheid, zorgt voor een nieuwe deuk in het vertrouwen in de politiek’, zo stelde Vlaams Parlementslid (cd&v) Loes Vandromme tijdens de plenaire vergadering van woensdag 21 februari. Ze wees daarbij op de omzendbrief die de ministers voor Omgeving en Erfgoed vorige week uitstuurden. Binnen een perimeter van 3 km van door de UNESCO erkende WOI-relicten moeten nieuwe windturbineprojecten voortaan geweerd worden, tenzij uitdrukkelijk aangetoond kan worden dat er geen impact is op de erfgoedwaarde. Het parlementslid hekelt vooral het feit dat er, éénzijdig wordt beslist zonder overleg te hebben gepleegd. ‘Het is een zoveelste voorbeeld van hoe de politiek, zonder vorm van overleg zomaar de spelregels verandert en nieuwe maatregelen oplegt. Zulke zaken voeden het wantrouwen in de politiek alleen maar,’ betreurt Loes Vandromme.
Overleg
De voorbereidingen voor de aanvraag tot erkenning verliepen nochtans in constructief overleg. Samen met de Westhoeksteden en -gemeenten met WOI-relicten op hun grondgebied, werden duidelijke afspraken gemaakt in juni 2023. De meeste zaken waren trouwens een herhaling van wat afgesproken werd in het convenant van 2015.
‘De afspraken werden door alle betrokkenen ondertekend,’ gaat Vandromme verder. ‘De gemeentes, de provincie West-Vlaanderen, de Vlaamse overheid, erfgoedpartners, werkgevers en landbouworganisaties waren akkoord. Er zou een drieledige overlegstructuur opstarten en er zouden afspraken gemaakt worden over eventuele beperkingen van vergunningen.
In de afsprakennota stond bovendien ook letterlijk: ‘Het Werelderfgoedstatuut vormt geen beoordelingsgrond voor werken, handelingen en plannen. De beoordeling gebeurt op basis van de onderliggende intrinstieke erfgoedwaarden. De erkenning als Unesco Werelderfgoed houdt geen enkele bijkomende regelgeving, beperking of rechten in, anders dan die voortvloeien uit de vigerende wet-en regelgeving.’
Wantrouwen
‘Tot zover het goede nieuws’, vervolgt Loes Vandromme die de minister voor Erfgoed interpelleerde tijdens de plenaire vergadering. ‘De minister noemt zijn demarche met de omzendbrief eerder een ‘verduidelijking’ van wat vorig jaar werd vastgelegd en een voorzorgsmaatregel totdat er zicht is op de locaties waar wel en waar geen windturbines kunnen gebouwd worden. Hij zal daarvoor een wetenschappelijke studie laten maken.
‘Dat is net het probleem,’ stelt Vandromme. ‘Van bij de erkenning waren de afspraken duidelijk, maar het stoot vele mensen voor de borst dat daar, ondanks de beloftes tot overleg, er uit het niets nieuwe voorwaarden aan de erkenning worden gekoppeld. ‘Er leeft een groot gevoel van wantrouwen tegenover de hogere overheid. En ik begrijp nu nog meer waarom er ook in andere dossiers, zoals de landschapsparken, zeer terughoudend gereageerd wordt door burgers, boeren, ondernemers,… Ze weten namelijk niet wat er volgt. De overheid moet betrouwbaar zijn en blijven,’ besluit Loes Vandromme.