Het aantal studenten dat de bachelor na bachelor 'buitengewoon onderwijs' volgt is in acht jaar tijd bijna gehalveerd. Dat blijkt uit cijfers die Loes Vandromme, Vlaams Parlementslid voor CD&V en onderwijsspecialist opvroeg bij de minister van Onderwijs.
‘De cijfers zijn wel zorgwekkend en dit om verschillende redenen,’ stelt Loes Vandromme. ‘We hebben nood aan een langetermijnvisie rond kwaliteitsvol onderwijs enerzijds en mogelijkheden om de vlakke loopbaan van leerkrachten te doorbreken.’
In het academiejaar 2011-2012 volgden nog 840 studenten de bachelor na bachelor ‘buitengewoon onderwijs’. In het jaar 2019-2020 was dat gedaald tot 493. In de opleiding 'zorgverbreding en remediërend leren' is er sprake van een daling van 737 studenten in 2017 tot 498 studenten in 2019-2020. De banaba-opleiding ‘buitengewoon onderwijs’ werd al aan vier hogescholen stopgezet en de opleiding zorgverbreding aan één hogeschool.
De daling van het aantal studenten heeft uiteraard ook gevolgen voor de situatie op de scholen. Zo is er in het buitengewoon basisonderwijs in vier jaar tijd sprake van een daling van 32,98 procent van het aantal leerkrachten met een bachelor na bachelor. Waar we 5 jaar geleden meer dan 50% leerkrachten in het buitengewoon basisonderwijs met een banaba-diploma tewerkstelden, is dat anno 2020 nog slechts 19,66% . Een evolutie van 1 op 2 naar 1 op 5. In het buitengewoon secundair onderwijs is er een daling van 12,18 procent. ‘De cijfers staan bovendien in schril contrast met de opmerkingen rond de kwaliteit van het buitengewoon onderwijs van de inspectie in haar jongste rapport.’
In de commissie Onderwijs van het Vlaams Parlement, ondervroeg Loes Vandromme de minister naar zijn visie omtrent banaba’s in het onderwijs. De minister zei in zijn repliek dat sommige extra diploma’s leiden tot een extra nettovergoeding van 25 euro per maand waarmee de inspanningen van de leerkrachten erkend worden en wees hij op het nieuwe Platform levenslang leren, dat een brug moet vormen tussen de beleidsdomeinen onderwijs en economie.
‘Continue professionalisering van onze leerkrachten kan ons onderwijs alleen maar ten goede komen,’ stelt Loes Vandromme. ‘Maar we moeten op zoek naar manieren om leerkrachten daartoe nog meer te stimuleren. Dienstvrijstelling is er één van, bijvoorbeeld. Bovendien is vorming en opleiding ook een manier om de vlakke loopbaan van de leerkrachten te doorbreken. Behoorlijk veel leerkrachten houden het na 5 jaar jammer genoeg voor bekeken, in het onderwijs. Dat is natuurlijk bijzonder jammer.’