Cd&v en N-VA zijn het niet eens over de omgang met doven en slechthorenden in het reguliere onderwijs. Dat bleek donderdag in het Vlaams Parlement bij de behandeling van het ontwerpdecreet over gebarentaal.
Tot nu toe konden dove en slechthorende kinderen enkel les krijgen in het buitengewoon onderwijs. Een nieuw decreet moet het voor die leerlingen mogelijk maken om school te lopen in het reguliere basisonderwijs. Vanaf september 2024 kunnen basisscholen een taalafdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal oprichten. Dove en slechthorende kinderen zitten dan samen in een klas met horende kinderen en communiceren in gebarentaal met de reguliere leerkracht. Er komt een financiële ondersteuning voor de opleiding.
Onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) vindt dat ouders wel de keuze moeten krijgen of hun horende kind in een 'tweetalige' klas terechtkomt. "Als er een school is waar tweetalig wordt onderwezen, lijkt het me een evidentie dat ouders de keuze hebben om daar voor te gaan of niet", zei Weyts donderdag in het parlement.
Loes Vandromme van cd&v had het over een gevaarlijke uitspraak. "Dat is niet de weg die wij als cd&v willen volgen om tot inclusie te komen", zei ze. "We moeten absoluut vermijden dat dit een basis kan zijn om te segregeren."