Vlaams parlementsleden Loes Vandromme en Katrien Schryvers komen met twee concrete voorstellen om leerrecht voor jongeren in (gesloten) instellingen te garanderen. Zij doen dit naar aanleiding van het nieuwe jaarrapport dat de Commissie voor Toezicht op Jeugdinstellingen dat deze week werd voorgesteld in het Vlaams parlement. “Onderwijs kan voor deze kwetsbare groep de sleutel zijn om weer aansluiting te vinden met de maatschappij, daarom is het net zo belangrijk dat we voor hen het recht op leren garanderen,” zegt Loes Vandromme.
Deze week stelde de Commissie van Toezicht voor Jeugdinstellingen haar jaarverslag voor in het Vlaams parlement. Die Commissie werd in 2017 geïnstalleerd in de schoot van het Kinderrrechtencommissariaat en moet toezien op de behandeling van jongeren die van hun vrijheid zijn benomen en het naleven van hun rechten. Vlaams parlementslid Katrien Schryvers (CD&V), die het initiatief nam voor de oprichting van die Commissie van Toezicht, en Vlaams parlementslid Loes Vandromme, komen naar aanleiding van dit jaarverslag met twee concrete voorstellen die het leerrecht willen garanderen voor jongeren in gesloten instellingen. “Het is het cruciaal dat jongeren zoveel mogelijk positieve leerervaringen kunnen opdoen, ook in een residentiële, gesloten setting. Tenslotte ijveren we allemaal om de ongekwalificeerde uitstroom zo klein mogelijk te houden en moeten we daarbij de nodige creativiteit aan de dag leggen,” zeggen de parlementsleden.
Deelkwalificaties
“Om het leerrecht te garanderen moeten we zo flexibel mogelijk werken. Daarbij willen we de mogelijkheid geven aan jongeren om deelkwalificaties te behalen. Misschien is het voor deze jongeren op dit moment in hun leven te hoog gegrepen om een onderwijsdiploma te behalen. Anderzijds zijn positieve leerervaringen ontzettend belangrijk. Daarom moet het mogelijk zijn om in stappen te werken en mogelijkheid te bieden om deelkwalificaties te halen. We zouden voor deze jongeren ook individueel aangepaste curricula kunnen laten opmaken zodat ze een aangepast leertraject kunnen volgen,” legt Loes Vandromme uit. “Deze piste is trouwens niet alleen interessant voor jongeren in gesloten instellingen, maar ook voor jongeren die om de één of andere reden momenteel geen school hebben.”
Daarnaast roepen de parlementsleden de minister ook op om snel werk te maken van de mogelijkheid om ook ‘type 5 scholen’ in te richten in een residentiële setting. We kennen de type 5-scholen beter als de zogenaamde ziekenhuisscholen. Type 5-scholen zijn er voor kinderen die langdurig opgenomen zijn in een ziekenhuis of preventorium. In het onderwijsdecreet XXX hebben we sinds kort ook de mogelijkheid voorzien om type 5-scholen in te richten in residentiële settings zoals bijvoorbeeld een gesloten jeugdvoorziening. Het is nu aan de Vlaamse regering om er een concrete uitwerking aan te geven,’ besluit Loes Vandromme.
Beveiligde afdelingen
Heel recent werd in de jeugdvoorziening Vereniging Ons Tehuis (VOT) in Ieper een nieuw gebouw in gebruik genomen voor JEZ11. JEZ11 is een beveiligende afdeling voor meisjes tussen 12 en 18 jaar die een zware rugzak hebben. “Om hen weer aansluiting te laten vinden met de maatschappij is onderwijs voor deze meisjes echt cruciaal,” stelt Loes Vandromme die ook voorzitter van VOT is. “We hebben daar in de nieuwbouw ook de nodige ruimte voor voorzien, maar we kunnen niet verwachten van mensen die in een welzijnsinstelling werken dat ze ook nog eens een volledige onderwijstaak op zich nemen. Het zou voor deze voorziening dan ook bijzonder interessant zijn, mochten ze, wellicht in samenwerking met andere voorzieningen, een type5-school zouden kunnen opstarten,” vult Katrien Schryvers aan.
Op een vraag om uitleg van Loes Vandromme rond leerrechten voor jongeren in gesloten instellingen liet de minister van onderwijs weten de bezorgdheid voor deze jongeren te delen. Hij wil mee helpen zoeken naar een adequate invulling van het recht op onderwijs. “Ik ben blij te horen dat de minister samen met zijn collega voor Welzijn bereid is om hier werk van te maken. Wij geven hierbij alvast enkele concrete aanknopingspunten,” besluiten Loes Vandromme en Katrien Schryvers.