Cd&v wil met buurtscholenplan een basisschool in elk dorp en elke wijk

Publicatiedatum

Auteur

Loes Vandromme Vandromme

Deel dit artikel

Vorig schooljaar zaten 29 Vlaamse basisscholen in een zogenaamd genadejaar. Dit wil zeggen dat als de basisschool dit schooljaar, of ten laatste volgend schooljaar niet voldoende leerlingen heeft, de school de deuren moet sluiten. Cd&v vindt het belangrijk dat er in élk dorp en élke wijk een basisschool is. Vlaams Parlementslid en onderwijsspecialiste voor cd&v Loes Vandromme komt hiervoor met  een buurtscholenplan. ‘Leerlingen moeten de kans krijgen om naar school te gaan in de eigen buurt’, zegt Vandromme.

Vorig schooljaar werden in Vlaanderen 29 basisscholen met sluiting bedreigd omdat er niet voldoende leerlingen ingeschreven waren. Hoeveel inschrijvingen een school moet halen is afhankelijk van de bevolkingsdichtheid van de regio waar de school zich bevindt. Van de 3.557 Vlaamse basisscholen hadden 299 onder hen, of 8,4 procent van het totaal aantal vestigingsplaatsen voor basisonderwijs minder dan 50 leerlingen. In Limburg ligt dit aandeel zelfs boven de 12 procent. In West-Vlaanderen gaat het over 58 vestigingen of 8.15% die vorig schooljaar minder dan 50 leerlingen hadden. In het verleden werden al verschillende initiatieven genomen om met sluiting bedreigde scholen te helpen: zo kunnen basisscholen die te weinig leerlingen tellen, rekenen op twee genadejaren. Ook hebben scholen in dunbevolkte gebieden minder leerlingen nodig om in aanmerking te komen voor subsidies. Maar volgens Vlaams parlementslid Loes Vandromme is er meer nodig.  

Nabijheid & kwaliteit

Vandromme wil in elk Vlaams dorp en (stads)wijk de garantie bieden aan leerlingen op een basisschool. ‘In dunbevolkte gebieden dreigen leerlingen geen school meer te kunnen lopen in de eigen buurt. Dat is nefast op heel wat vlakken. Het economisch efficiëntiedenken mag niet ten koste gaan van leerlingen in meer landelijke gebieden.’

‘Zeker voor de allerjongsten in het basisonderwijs is het voor cd&v van groot belang dat ze dicht bij huis naar school kunnen,’ zegt Vandromme. Het parlementslid ziet daar ook verschillende redenen voor.

Eerst en vooral zorgt een kleinschalige school, dicht bij huis ervoor dat kinderen in hun vertrouwde omgeving naar school kunnen. Dankzij die nabijheid kunnen leerkrachten ook sneller inspelen op de noden van het kind. Leerkrachten kennen vaak de leerling en de ouders en kunnen zo beter de achtergrond van leerlingen inschatten en in de klas hierop inspelen.

Daarnaast zijn dorps- en wijkscholen vlotter toegankelijk en veiliger voor de kinderen en hun ouders doordat ze minder tijd op drukke wegen hoeven door te brengen.

Dorps- en wijkscholen zijn tot slot de draaischijf voor het sociaal contact in het dorp of de wijk en stimuleren de verbondenheid tussen bewoners. Al langer dan vandaag stellen (dorps)scholen trouwens ook hun infrastructuur ter beschikking van de omgeving waar door ze ook letterlijk een ontmoetingsplaats voor de lokale gemeenschap zijn.

‘Kwaliteit moet altijd voorop staan, ook in kleine scholen. Het is aan de overheid om net die voorwaarden voor goed onderwijs ook mee te realiseren,’ zegt Vandromme.

Buurtscholenplan

‘Willen we echt gaan voor het behoud van de dorpsscholen, dan moeten we vandaag actie ondernemen,’ vindt Loes Vandromme. ‘Het behoud van Vlaamse dorpsscholen vereist een combinatie van beleidsmaatregelen, financiële ondersteuning en gemeenschapsbetrokkenheid.’

Het parlementslid doet daartoe 5 voorstellen:

1.Samenwerking met de lokale gemeenschap en ouders: Dankzij hun nabijheid kunnen dorpsscholen ook ouders van de kinderen en de lokale gemeenschap betrekken. Een heel concreet voorbeeld daarvan zijn de (dorps)-scholen die verbonden worden met de voorschoolse kinderopvang zodat twee functies elkaar ondersteunen. Momenteel zijn er een aantal proefprojecten Doorgaande Lijn die die samenwerking al mogeljik maken. Dit moeten verder uitgewerkt worden.

Om scholen te ontzorgen en de brug te bouwen met de lokale gemeenschap en ouders zijn de brugfiguren ideaal. Ook in de meer landelijke context, waar het aanbod van maatschappelijke dienstverlening beperkter is

2. Technologie: Het slim gebruik van technologie kan dorpsscholen helpen om toegang te krijgen tot hoogwaardig onderwijsmateriaal en om afstandsonderwijs mogelijk te maken voor vakken waarvoor geen lokale expertise beschikbaar is. Hierdoor kunnen dorpsscholen hun aanbod uitbreiden en tegelijkertijd kosten besparen.

3Investeren in infrastructuur: door te zorgen voor goed uitgeruste en aantrekkelijke schoolgebouwen, kan de aantrekkingskracht van dorpsscholen worden vergroot.

4. Financiële ondersteuning: een dorpsschool moet voldoende financiering krijgen om kwaliteitsvol onderwijs aan te bieden. Nu is de financiering gebonden aan het leerlingenaantal. Élke dorpsschool moet voldoende middelen krijgen om kwaliteitsvol onderwijs aan te bieden

5. ‘BOS’ ofte ‘Bestuurlijke Optimalisatie’: een school is niet enkel de klas waar er lesgegeven wordt. Scholen maken ook deel uit van een groter bestuurlijk geheel. Door samen met verschillende scholen bestuurlijk een sterker geheel te maken, kan ook de kwaliteit van kleinere scholen erop vooruit gaan. Bijvoorbeeld omdat leraren kunnen overleggen met veel meer collega’s dan enkel die uit de eigen school. Maar ook omdat personeel met een specifieke expertise in verschillende scholen kan ingezet worden en de taken van de schooldirecteur kunnen verlichten.

Nieuws

Kindjes & Keikoppen Quiz: test jouw kennis over Ieper en Poperinge

Op vrijdag 15 november organiseren de stadsarchieven van Ieper en Poperinge, met de steun van cultuurdienst Poperinge en CO7, de Kindjes & Keikoppen Quiz.

Ieperlingen en Poperingenaars worden tijdens deze amusante quiz uitgedaagd om hun kennis over onze regio te testen.

Grote inhaaloperatie nodig om schoolinfrastructuur energiezuinig te maken

12% van de scholen dat al over een EPC-label beschikt, heeft een label D of slechter, zo blijkt uit cijfers die cd&v-Vlaams Parlementslid Loes Vandromme in de commissie Energie kreeg. ‘Er is dus nog heel veel werk om onze schoolinfrastructuur duurzaam en energiezuinig te maken,’ zo concludeert ze. Vandromme had ook een aantal concrete voorstellen voor de minister.

Poperingse schepenen kennen hun bevoegdheden

De verdeling van de bevoegdheden in het nieuwe schepencollege van Poperinge is bekend. 
Het college koos voor een evenwicht tussen bevoegdheden die bij dezelfde schepen blijven als tijdens de vorige legislatuur en toch ook voor enkele vernieuwingen. Dat Kris Notebaert als schepen begin december stopt, zorgt er ook voor dat een aantal bevoegdheden opnieuw verdeeld dienden te worden.