Sinds vorig jaar wordt bij alle kleuters uit de derde kleuterklas een taalscreening afgenomen, de zogenaamde KOALA-screening. Op basis van de resultaten van deze screening kan beslist worden om leerlingen een taalintegratietraject te laten volgen. Bij gebrek aan een bruikbare digitale tool moest die screening vorig jaar overal op papier gebeuren.
Dit jaar is de mogelijkheid om de KOALA-screening digitaal te laten verlopen er wel, maar nu blijkt dat scholen daar tot 6 euro per kleuter voor zouden moeten betalen. ‘Dat is niet volgens de afspraak,’ zegt Loes Vandromme, cd&v-parlementslid en onderwijsspecialiste. Ze pleit er voor om de digitale tool gratis ter beschikking te stellen én om de maatregel ook grondig te evalueren.
Tussen 10 oktober en 30 november worden kleuters uit de derde kleuterklas in alle Vlaamse scholen gescreend op hun kennis van het Nederlands. Op basis van de resultaten kan dan worden beslist of de kleuter extra ondersteuning voor Nederlands krijgt onder de vorm van een taalintegratietraject. Scholen krijgen extra middelen om die trajecten uit te werken.
‘Deze middelen zijn niet bestemd om de screening zelf te bekostigen,’ stelt Loes Vandromme heel duidelijk. ‘Dat was alvast niet de afspraak.’
Vorig jaar bleek een juridische kwestie de oorzaak te zijn van het feit dat er nog niet digitaal gescreend kon worden. De KU Leuven, waaronder het Centrum voor Taal en Onderwijs die de KOALA-screening ontwikkelde, is eigenaar van de KOALA-test maar de overheid heeft het gebruiksrecht. Om die bestanden te kunnen doorgeven aan educatieve uitgeverijen of softwareontwikkelaars moesten eerst juridische garanties worden verankerd: de test mag namelijk niet aangepast worden want dit moet een gestandaardiseerde afname blijven.
‘Onze fractie vindt de screening een goede maatregel, maar we betreuren dat scholen extra kosten hebben voor de afname van de screening. Nemen ze de screening af op papier dan moeten ze kleurenkopies voorzien voor alle kleuters. Doen ze de screening digitaal, dan moeten ze daarvoor een commerciële speler aanspreken die de tool vanzelfsprekend niet gratis ter beschikking zal stellen,’ legt Vandromme uit. ‘We horen bedragen tot 6 euro per kleuter.’
Vertrouwen in de kleuteronderwijzers
Vandromme vindt trouwens dat er na één jaar proefdraaien beter eerst een grondige evaluatie was geweest. ‘Er was een steekproef om de resultaten van de screening op te vragen, maar er kwam nog geen grondige, inhoudelijke evaluatie,’ licht het parlementslid toe. In hoeverre is de screening ook een meerwaarde voor de kleuters? In hoeverre weten de kleuteronderwijzers ook effectief iets extra over de taalontwikkeling van de kleuters? Hoeveel kleuters scoren effectief niet goed op de test en hebben nood aan extra ondersteuning?
We mogen het vertrouwen in de kennis van de kleuteronderwijzers niet verliezen: voor het merendeel van hun kleuters kunnen zij vooraf heel goed inschatten hoe de kinderen zullen scoren. Is die screening voor hen dan wel nodig?’ vraagt het parlementslid zich af. Zeker nu we allen de mond vol hebben van planlast.