Het aantal wissels in directieteams in het leerplichtonderwijs, is in drie jaar tijd met 54 procent gestegen. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams Parlementslid Loes Vandromme (cd&v) bij de minister van onderwijs opvroeg. Tijdens het schooljaar 2021-2022 waren er 1.307 wissels van directieleden. Vorig schooljaar ging het over maar liefst 1.999 wissels, pensioneringen buiten beschouwing gelaten. Eerdere loonafspraken om de job aantrekkelijker te maken werden on hold gezet. “Schooldirecteurs verdienen meer respect van de overheid. Kwaliteitsvol onderwijs staat of valt met standvastige, sterke schoolleiders. Die dreigen we vandaag te verliezen”, stelt Vandromme.
Uit cijfers die Loes Vandromme opvroeg, blijkt dat het aantal directiewissels binnen het leerplichtonderwijs (basis- en secundair onderwijs) de laatste 3 schooljaren met maar liefst 54 procent is gestegen. Om tot deze berekening te komen, vergelijkt AGODI het aantal directieleden van een school van het ene schooljaar met het aantal directieleden van deze school het schooljaar daarvoor. Als de school nieuwe directieleden telt, beschouwt AGODI dit als een wissel van directie.
Veeleisend en stresserend
Dat de job van schooldirectie onder druk staat, is een understatement. “Het takenpakket van schooldirecteurs is heel uitbreid en divers, maar daardoor ook veeleisend en stresserend. Er zijn de dagdagelijkse brandjes die moeten geblust worden enerzijds en het uitdenken van een beleidsvisie anderzijds. De werkdruk verhoogt jaar na jaar en het mentale welzijn van de schooldirecteurs vraagt extra aandacht”, stelt Vandromme.
Het parlementslid is bezorgd over de impact van het grote personeelsverloop op de onderwijskwaliteit. “Een groot personeelsverloop bij directiefuncties is nefast in elk bedrijf of organisatie dus ook in onze scholen. Bovendien is dit een reële bedreiging voor de kwaliteit van ons onderwijs. Onderwijsbeleid vraagt tijd en professionaliteit. We verwachten van directeurs dat zij een beleidsvisie uitwerken. Het is evident dat je pas echt beleid kunt voeren als de nodige stabiliteit er is”, duidt Vandromme. “Dit probleem is bovendien niet nieuw, ook vorige legislatuur maakte ik er een punt van ”, stelt Vandromme.
Loonafspraken on hold
“Mede op mijn vraag werd de vorige legislatuur afgesproken met de onderwijsvakbonden om het loonverschil tussen directies en leerkrachten significant groter te maken. In januari 2022 werd al een aanzet gegeven om te komen tot een loonspanning van 28 procent, toen kregen 1.429 directeurs een aanpassing van hun loon. In januari 2023 werd de volgende stap gezet om tot een loonspanning van 31 procent te komen. Toen kregen 4.237 directies een verhoging. Een volgende stap, om te komen tot de beloofde 35 procent werd, omwille van de nodige besparingen, doorgeschoven naar een volgende legislatuur. Maar die laatste sprong wordt nu on hold wordt gezet”, stelt Vandromme bezorgd. “Gemaakte afspraken niet nakomen zorgt opnieuw voor ongerustheid. Op een moment dat er veel verloop is hebben scholen net nood aan een betrouwbare overheid.”
“Willen we voor elk kind kwaliteitsvol onderwijs garanderen, dan is een sterk directie(team) in elke school broodnodig”, besluit Vandromme. “Ik roep de minister dus op om de gemaakte afspraken na te komen. Anders verliest de overheid stilaan haar geloofwaardigheid op het onderwijsveld waar iedereen het beste van zichzelf geeft.”