Grote vragen bij betrouwbaarheid taaltest voor nieuwkomers

Auteur

Loes Vandromme Vandromme

Deel dit artikel

Nieuwkomers die zich in Vlaanderen willen vestigen, wordt gevraagd om een test af te leggen die peilt naar hun niveau van het Nederlands. Die test is een belangrijk onderdeel van het inburgeringstraject in Vlaanderen. Maar er rijzen grote vragen over de betrouwbaarheid van die taaltest. Na een eerste pilootonderzoek stellen heel wat wetenschappers en onderwijsverstrekkers de methode die de taaltest hanteert in vraag. “Uiteraard is het van groot belang dat mensen Nederlands leren. Maar het is van even groot belang dat dit op een correcte, betrouwbare manier getest wordt. De kwaliteit kan vandaag niet gegarandeerd worden”, stelt Vlaams parlementslid Loes Vandromme (cd&v), die de onderwijsminister vraagt om in te grijpen.

Wetenschappers en onderwijsverstrekkers stellen zich grote vragen bij de taaltesten die inburgeraars in Vlaanderen moeten afleggen in het kader van hun inburgeringstraject. Die test, de NT2 test, is verplicht sinds het nieuwe Inburgeringsdecreet in werking trad. Van inburgeraars wordt verwacht dat zij het niveau A2 voor Nederlands behalen. Om ervoor te zorgen dat de vragen uit de test ook effectief het niveau van het Nederlands van de inburgeraar nagaat, moeten die testen wetenschappelijk gevalideerd worden. Het is het CTO (Centrum voor Taal en Onderwijs, gelinkt aan de KULeuven) die dat onderzoek uitvoert.

Aan een test die niet wetenschappelijk gevalideerd is, die niet betrouwbaar is, kunnen en mogen we geen consequenties vasthangen.

Op basis van de analyse van de eerst piloottest die sinds half juni beschikbaar is, trekt het CTO aan de alarmbel.  Volgens verschillende deskundigen actief bij het CTO staat de test nog niet op punt. De vooropgestelde timing -het plan was om vanaf 1 september deze test te implementeren, is volgens hen niet langer haalbaar.

Een kalibratie, of het afstemmen van de test zodat duidelijk bepaald wordt wie slaagt en niet slaagt, is op dit moment niet aan de orde, zo stellen de wetenschappers: er moeten eerst heel wat aanpassingen gebeuren en er is ook een tweede pilootonderzoek nodig. Een definitieve, valide, betrouwbare en eerlijke toets zal ten vroegste in maart-april 2024 samengesteld kunnen worden, volgens de experten.

Vraag naar uitstel

Ondertussen geven ook alle onderwijsverstrekkers het signaal dat er heel wat zorgen zijn. Vlaams parlementslid Loes Vandromme stelt daarom, samen met het onderwijsveld, voor om geen juridische gevolgen te koppelen aan het resultaat van de test gezien de zorgen over de kwaliteit van de test. Ze roept de minister van onderwijs dan ook op om in te grijpen en ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de test gegarandeerd kan worden.

“De taaltest zal mee bepalen of iemand al dan niet recht heeft op een sociale huurwoning. Als de gevolgen voor mensen zo groot zijn, dan is het evident dat de test ook op punt moet staan. Verregaande gevolgen voor mensen koppelen aan een test die nog niet betrouwbaar is, dat is niet waar Vlaanderen voor staat”, klinkt het bij Vandromme. “Een toets die een toegangsticket geeft tot onze Vlaamse samenleving moet wetenschappelijk gevalideerd zijn.”

Praktische bezwaren

Naast de inhoudelijke zorgen, zijn er ook nog een aantal praktische bezwaren vanuit het veld over de organisatie. Zo blijkt het ongeveer 6 uur te duren om de test af te nemen, terwijl er aanvankelijk maar 2 uur voorzien werd. De gevolgen voor de centra zijn dus nog zwaarder dan initieel gedacht. Het risico bestaat de centra veel kwalificatiebonussen zullen mislopen omdat minder cursisten slagen en ze voorzien ook een verlies van omkaderingsmiddelen zonder compensatie.

“Alle leraren weten dat er niets zo moeilijk is als het opstellen van een goede test. Al in 2021 waarschuwde ik de minister voor de krappe timing. Helaas moeten we vandaag vaststellen dat de test nog steeds helemaal niet op punt staan. Aan een test die niet wetenschappelijk gevalideerd is, die niet betrouwbaar is, kunnen en mogen we geen consequenties vasthangen”, besluit Vandromme.

Nieuws

Kunstenfestival Watou neemt tussenjaar

Na drie succesvolle edities onder de creatieve leiding van Koen Vanmechelen gaat het Kunstenfestival Watou in 2025 een bijzonder jaar tegemoet. Er komt een noodzakelijke pauze, maar niet zonder reden: de editie van 2026 wordt voorbereid en de organisatie gaat op zoek naar extra financiële middelen.


2025 wordt echter geen rustjaar wat activiteiten betreft. De stad lanceert een nieuw concept: MINIATUUR. Onder deze roepnaam zitten drie projecten die focussen op ‘klein maar zeer fijn’: een  interactieve schilderijenzoektocht, een Pinkies verhalenzoektocht en de poëziefietsroute.

Slechts 1 op 6 zijinstromers vraagt lerarenbonus aan

Zijinstromers in het onderwijs die nog geen pedagogisch bekwaamheidsbewijs hebben en een lerarenopleiding volgen die leidt tot een pedagogisch bekwaamheidsbewijs, kunnen een lerarenbonus aanvragen waardoor ze recht hebben op een wekelijkse vermindering van hun opdracht en tegelijk hun salaris voor de oorspronkelijke opdracht behouden. De maatregel lijkt moeilijk van de grond te komen, zo blijkt uit cijfers die Loes Vandromme, Vlaams Parlementslid voor cd&v bij de minister van onderwijs opvroeg. In het schooljaar 2023-2024 vroegen welgeteld 724 zijinstromers een lerarenbonus aan: dat is 16% van alle zijinstromers in dat schooljaar. ‘We hebben er alle baat bij dat zijinstromers een lerarenopleiding volgen,’ vindt Vandromme. Het parlementslid roept daarom op om volop in te zetten op verdere professionalisering van zijinstromers en extra maatregelen om hen aan boord te houden. ‘We hebben daar in het regeerakkoord ook afspraken over gemaakt: in de volgende jaren willen we extra inspanningen doen om haalbare, aantrekkelijke en aangepaste trajecten te voorzien voor zijinstromers,’ licht Loes Vandromme toe.

Reaffectatie van vastbenoemde leerkrachten staat lijnrecht tegenover een modern HR-beleid

Leerkrachten die vast benoemd zijn, kunnen hun opdracht geheel of gedeeltelijk verliezen door bijvoorbeeld een daling van het aantal leerlingen in de school. Als dat gebeurt en scholengemeenschappen vinden intern geen oplossing, dan kan de Vlaamse reaffectatiecommissie leerkrachten toewijzen aan een opdracht in een andere school. “Dit systeem zorgt in de praktijk voor een aantal moeilijkheden”, vindt Vandromme. Daarom riep ze de minister op om de moeilijkheden van dit reaffectatiesysteem te bekijken en na te gaan hoe het verenigbaar is met een modern HR-beleid in scholen. De minister van onderwijs beloofde hierover in overleg te gaan met de sociale partners.