De nieuwe minimumdoelen basisonderwijs werden op donderdag 3 juli besproken en goedgekeurd in de commissie onderwijs. De minimumdoelen vertellen wat leerlingen in het basisonderwijs minimaal moeten kennen en kunnen. Ze vervangen de eindtermen die dateren van de jaren '90 en moeten helpen om de onderwijskwaliteit te verbeteren.
Na de voorstelling van het nieuwe pakket in mei, komen er nu na advies van het onderwijsveld nog wat aanpassingen. Een 100-tal nieuwe minimumdoelen voor het basisonderwijs werden ook geschrapt.
In de commissie onderwijs van het Vlaams Parlement waren de onderwijsverstrekkers en de VLOR uitgenodigd om toelichting te geven over hun aanpassingen op de laatste versie.
Er waren oorspronkelijk 1102 nieuwe minimumdoelen, daar blijven er nu 996 van over. Sommige doelen bleken namelijk dubbelop. Zo waren er bijvoorbeeld twee doelen waarbij leerlingen een woordenboek moeten leren gebruiken. Andere waren dan weer te tijdrovend: zoals leerlingen in de ICT-les uitleggen wat debuggen betekent of een maand lang weergegevens registreren in de les aardrijkskunde. Ook de doelen rond muzische vorming zijn sterk vereenvoudigd.
"We weten dat er naast de goesting op het veld om met deze minimumdoelen aan de slag te gaan, ook nog veel zorgen leven bij leerkrachten en directies. De vraag naar ondersteuning bij de implementatie is groot en terecht", zegt Vlaams Parlementslid en onderwijsexperte Loes Vandromme (cd&v).
"Tijdens het bezoek van de leden van de commissie onderwijs aan een aantal scholen in Londen die al werken met een kennisrijk curriculum en het spreken met experten die het ganse proces daar hebben begeleid, leerde ik dat alles staat of valt met de professionalisering van onze onderwijsmensen die het moeten uitvoeren én het uitwerken van leermaterialen", gaat Vandromme verder.
"Daarom hebben we er met cd&v altijd voor gepleit om naast het uitwerken van de doelen zelf ook heel hard in te zetten op de haalbaarheid voor de leerkrachten. Er kwam ook een duidelijke vraag van het onderwijsveld om scholen voldoende tijd te geven om zich voor te bereiden op de nieuwe doelen."
Naast het schrappen van doelen, last men ook een gedoogperiode in. Die periode werd via een amendement tijdens de zitting van 3 juli nog wat uitgebreid. Die uitbreiding had cd&v al langer gevraagd en ze komt er nu ook.
De minimumdoelen zijn van toepassing vanaf 1 september 2025. Wie wil, mag er al vrijwillig mee starten vanaf het komende schooljaar. Aanvankelijk was het de bedoeling om vanaf september 2026 verplicht met de doelen voor Nederlands, wiskunde, wetenschap en techniek te starten en een jaar later met de andere doelen voor alle leerjaren. Maar voor het vierde, vijfde en zesde leerjaar werd er beslist dat er uitstel komt.
"De minimumdoelen bouwen op elkaar verder doorheen de schooljaren. Je kan van een kind dat binnenkort in het vierde leerjaar start dus niet verwachten dat het tegen het einde van het zesde leerjaar álle nieuwe minimumdoelen beheerst", verklaart Loes Vandromme. Bovendien hebben leerkrachten zelf ook tijd nodig om zich in de nieuwe leerstof in te werken. De onderwijsinspectie zal daarom de eerste jaren rekening houden met de overgangsperiode. Dit betekent dat scholen moeten kunnen aantonen dat ze in de gedoogperiode aan de slag zijn met de doelen, maar ze moeten ze nog niet effectief bereiken bij alle leerlingen. De gefaseerde opbouw betekent dat het 6de leerjaar ten laatste alle nieuwe minimumdoelen in 2030 moet bereiken.
Nog een vrees die leeft, is of leerkrachten nog wel tijd gaan overhouden in de klas om naast de minimumdoelen hun eigen accenten te leggen en tijd te maken voor het pedagogisch project van de school.
Volgens de experten is het haalbaar om de bijna 1000 minimumdoelen te verwezenlijken op 70 procent van de lestijd. Daarbij maken ze de vergelijking met andere buitenlandse curricula. Die slagen erin om een veelvoud aan doelen en concepten aan leerlingen te onderwijzen binnen dezelfde tijd. 30 procent van de lestijd zou dan moeten overblijven voor de eigen keuzes van de scholen.
"Sowieso houden we de vinger aan de pols. Er zijn tussentijdse evaluaties mogelijk zodat we kunnen ingrijpen als blijkt dat de haalbaarheid de leerkrachten parten speelt. Een vraag die cd&v ook van bij het begin op tafel had gelegd", zegt Vandromme.
De teksten over de minimumdoelen zijn nu goedgekeurd in de commissie en staan op de agenda van de plenaire vergadering van 16 juli. Het Vlaams Parlement heeft dus nog wel wat vakantiewerk voor de boeg.