OPINIE- 'Het lerarentekort staat niet los van simpele uitspraken over poppenkasten en kerstfeestjes'

Publicatiedatum

Auteur

Loes Vandromme

Deel dit artikel

Goed nieuws voor wie in het onderwijs werkt of les volgt: de weken van een kerstfeestje hier en nog wat voorlezen daar komen eraan. Een druk schema voor onze Vlaamse kleuters en kleuteronderwijzers want zij hebben al hun handen vol met poppenkast spelen en knutselen. De uitspraken van respectievelijk voormalig minister-president Jan Jambon en communicatie-expert en royalty-watcher Jo De Poorter geven op een pijnlijke manier weer hoe vanuit bepaalde hoeken naar het kleuteronderwijs in Vlaanderen gekeken wordt.

Een kerstfeestje hier, wat poppenkast daar

Wanneer een gebeurtenis verontwaardiging oproept, dan heeft plots iedereen, ongeacht zijn of haar expertise of specialisatie, er een mening over. Een theorie, een oplossing, een opinie over hoe we dit probleem als maatschappij moeten oplossen. De verontwaardiging was deze week groot wanneer uit de nieuwe TIMSS-studie bleek dat het niveau in ons Vlaams onderwijs er opnieuw op achteruit is gegaan. De ideeën en oplossingen waren nog grootser. De lat moet hoger! De tanker is gezonken! Minder pampers! Meer Nederlands!

 

Gisteren waren de kleuteronderwijzers plots kop van jut. “Laat kinderen in de kleuterschool al iets leren in plaats van te knutselen en poppenkast te spelen, dan zouden de resultaten van ons onderwijs misschien al niet meer zo dramatisch zijn. Wie opgeleid is tot kleuterjuf of kleutermeneer, is niet getraind om dingen te leren aan die kinderen, zoals tellen of taal, en schrijven al helemaal niet”, zo was te horen gisteren in De Tafel van Gert uit de mond van tafelspringer Jo De Poorter. Vlaams viceminister Melissa Depraetere stond erbij en keek ernaar.

 

Wat een dedain. Ik nodig alle tafelspringers en andere tooghelden uit om eens een kleuterklas te bezoeken. Of om een les te volgen van de bacheloropleiding die kleuteronderwijzers gedurende drie jaar volgen. Onze kleuteronderwijzers zijn namelijk wél opgeleid om kinderen te laten ontwikkelen wat taal en rekenen betreft. Er zijn ook mininumdoelen voor ons kleuteronderwijs, ontwikkelingsdoelen zoals die in het jargon heten. Dat zijn doelen op vlak van bijvoorbeeld woordenschat en luister- en spreekvaardigheid. Ook voor rekenen dienen kleuters al bepaalde doelstellingen te halen en leren ze over aantallen en hoeveelheden. In het Vlaams parlement maken we er ook snel werk van om die minimumdoelen te actualiseren. De lat mag, nee móét absoluut hoger liggen. En het is onze plicht om wie in de kleuterklas staat ook maximaal te ondersteunen. Kleiner klassen kunnen alvast veel betekenen.

 

Na wat opnieuw een rampzalige week was voor ons Vlaams onderwijs -en dan heb ik het niet alleen over de slechte TIMSS-resultaten maar ook over het vingerwijzen en zwartepieten- hoop ik dat we de rug kunnen rechten en vooruit kunnen kijken. De uitdagingen zoals het lerarentekort en de onderwijskwaliteit aanpakken. De manier waarop we spreken over leerkrachten blijft hangen. Dat we vandaag klassen hebben zonder leerkracht, dat mensen uitvallen of uit het beroep stappen, dat staat niet los van simpele uitspraken over poppenkasten en kerstfeestjes. Het lerarentekort in ons onderwijs -en bijgevolg de dalende kwaliteit- staat niet los van een gebrek aan waardering voor het werk van leerkrachten. 

 

Laat ons net een hart onder de riem steken van al die kleuterjuffen en -meesters die met veel passie en expertise onze kleuters op sleeptouw nemen. En bij uitbreiding een hart onder de riem van alle leerkrachten die dag in dag uit hun klas trotseren en met passie kennis overdragen. De tanker mag dan wel niet gekeerd zijn. De veel kleine bootjes met kleuters zijn alvast heel hard aan het roeien om hun passagiers goed op weg te zetten voor hun verdere schoolcarrière. Misschien moeten we dan niet zorgen voor grote golven van negativiteit die hun bootjes doen zinken, maar wel een goed kompas voorzien en een positieve wind met een sterk geloof in hun kunnen laten waaien? 

Nieuws

Ellenlange procedure om je auto te laten aanpassen omwille van een handicap of ziekte

Wie in Vlaanderen omwille van een aangeboren handicap, een ongeval of ziekte niet meer in staat is om zijn of haar auto veilig te besturen kan zijn voertuig laten ombouwen. Ofwel wordt de auto omgebouwd zodat die rolstoel toegankelijk is, ofwel wordt het voertuig aangepast zodat de persoon met een beperkte mobiliteit weer zelf kan sturen. Naar aanleiding van een bezoek van federaal parlementslid Nahima Lanjri (cd&v) aan auto-ombouwer Trapmann NV uit Kontich, verdiepte haar collega Loes Vandromme (cd&v) zich in de geldende Vlaamse regelgeving over deze thematiek.

“De procedure die je daarvoor moet doorlopen is intensief en tijdrovend,” weet het Vlaams Parlementslid. “Het kan eenvoudiger. Ik roep de minister voor welzijn en mobiliteit op om werk te maken van een vereenvoudigd stappenplan, waarbij bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van een digitaal platform waar gegevens of attesten kunnen gedeeld worden met de nodige aandacht voor de gevoeligheid bij het uitwisselen van persoonlijke of medische gegevens. Dat verkleint de kans op fouten, zorgt voor een vlottere afhandeling van het dossier en brengt minder administratie met zich mee.’

Reactie op actieplan 'Goed gedragen'

In het Vlaams Parlement benadrukte cd&v eerder al het belang van evenwicht in het beleid rond gedrag op school. Onderwijs moet volgens de partij niet alleen kennis overbrengen, maar ook jongeren leren samenleven. Om dat te kunnen doen, is rust en structuur nodig — en dus ook ondersteuning voor leerkrachten en directies.

Tegenstrijdigheden in federale en Vlaamse regelgeving over rookbeleid maken het woonzorgcentra moeilijk

Loes Vandromme (cd&v), schepen voor Seniorenbeleid in Poperinge: "Laat woonzorgcentra, in overleg met hun bewoners, zelf bepalen wat werkbaar en verantwoord is."

Half september besliste de federale regering dat roken en vapen op terrassen verboden wordt vanaf 1 januari 2027. Ook publieke rookkamers worden verboden. Met die maatregelen hoopt de regering dat het aantal rokers verder daalt.

“De regeling was al eerder afgesproken in het regeerakkoord, maar nu is er dus ook een concrete datum bekend”, zegt Poperings schepen en Vlaams Parlementslid Loes Vandromme (cd&v). “Ik heb zeker begrip voor deze beslissing, maar als schepen voor woonzorgbeleid wil ik wel enkele tegenstrijdigheden in de wet- en regelgeving rond roken en vapen aankaarten. Het zorgt ervoor dat wij als woonzorgcentrum in een zeer lastig parket zitten. De regelgeving rond roken in woonzorgcentra is vandaag bijzonder complex en leidt in de praktijk tot tegenstrijdige verwachtingen. Enerzijds is er federale regelgeving die roken steeds meer beperkt, anderzijds voorziet de Vlaamse regelgeving in een recht op rookvrijheid binnen de woonzorgvoorziening. De interpretatie door de Vlaamse Zorginspectie versterkt deze spanningen nog.” Vandromme pleit voor keuzevrijheid: “Woonzorgcentra moeten de kans krijgen hierover in overleg te gaan met hun bewoners om zo tot een pragmatische regeling te komen.”