Slechts 10 procent van de scholen gebruikt de planlastcalculator

Publicatiedatum

Auteur

Loes Vandromme

Deel dit artikel

Bijna anderhalf jaar na de lancering hebben in totaal 437 scholen gebruik gemaakt van de planlastcalculator. Dat is 10.88% van alle Vlaamse scholen. De onderwijsinspectie stelde deze online tool samen. Daarmee kunnen scholen hun eigen planlast in kaart brengen.

In februari vorig jaar, toen de calculator al acht maanden beschikbaar was, hadden 293 scholen of 7.6% van alle Vlaamse scholen de calculator ingevuld.

‘Deze cijfers liggen toch onder de verwachtingen’, vindt Loes Vandromme, Vlaams Parlementslid en onderwijsexperte voor cd&v. Ze blijft pleiten voor meer maatregelen om planlast van de scholen aan te pakken. ‘De planlastcalculator is een goede eerste stap om zicht te krijgen op de individuele situatie van de school, maar er is veel meer nodig’, stelt het parlementslid.

Ondertussen, sinds de lancering van de planlastcalculator, gebruiken 437 scholen binnen het Vlaamse onderwijs de calculatortool. Binnen het gewoon basisonderwijs gebruiken 254 scholen de tool. Het gewoon secundair onderwijs 96 keer. Binnen het buitengewoon onderwijs werd de tool ook gebruikt, binnen het basis- en het secundair onderwijs telkens 30 keer. Voor het deeltijds kunstonderwijs, waar de tool sinds januari 2024 beschikbaar is, werd deze 27 keer gebruikt. Per provincie verschilt het gebruik, afgebeeld in onderstaande grafiek. Er is geen zicht op de aantal keren dat scholen de tool gebruiken.

Bij invoering was er een succes te merken, maar sindsdien daalde de populariteit in aantal. De piek van implementatie is waar te nemen in juni van 2023.

Ondanks het feit dat heel wat scholen op de kar sprongen, blijft het merendeel van hen de tool niet toe te passen binnen hun onderwijsondersteuning. In totaal gebruikt iets meer dan 10% van alle Vlaamse scholen de tool. De beste leerling hierin is het Buitengewoon Secundair Onderwijs, daar gebruikt 21,13% van de scholen de calculator. Op de tweede plaats eindigt het Deeltijds Kunstonderwijs met 16,36%. Daarop volgt het Buitengewoon Basisonderwijs met 14,56%. Als voorlaatste het gewoon Basisonderwijs met 10,09%. Het gewoon Secundair Onderwijs gebruikt in verhouding tot hun scholen de tool dan weer het minst: maar 9,72% van de secundaire scholen past deze toe.

Planlast aanpakken

De Vlaamse onderwijsinspectie informeert zowel de bevoegde minister als het onderwijsveld aan de hand van periodieke rapporten. Deze bevatten de belangrijkste  planlastveroorzakers maar ook aanbevelingen. ‘Uit het eerste rapport dat vorig jaar werd voorgesteld, leren we dat planlast een subjectief en contextafhankelijk gegeven is. Het is zeer gelaagd’, stelt Vandromme. ‘Het is alvast duidelijk dat elk zijn aandeel in planlast en dus ook in de bestrijding ervan heeft. Planlast heeft bovendien ook ontegensprekelijk een impact op de kwaliteit van ons onderwijs.’

‘Er is nog een lange weg af te leggen in de strijd tegen planlast’, vindt het parlementslid. ‘We moeten niet alleen schrappen in decreten, maar aan de hand van een overkoepelende visie op de toekomst van het onderwijs kunnen we een goed evenwicht opbouwen tussen de autonomie voor scholen en de gevraagde verantwoording van de leraren en directies.’

De onderwijsinspectie raadt in haar planlastrapport aan om prioritair in te zetten op de vijf domeinen van de schoolwerking die in de meeste percepties tot planlast leiden en dat zijn:  individuele leerwegen, het talenbeleid, het leeringenvolgsysteem, het rapport en de samenwerking met het CLB.

‘Uit het rapport leren we ook dat planlastpercepties zeer contextgebonden ontstaan. Daarom is maatwerk op schoolniveau nodig. ‘Ik roep directies op om de planlastcalculator te gebruiken en zo te kijken welke hindernissen het schoolteam zelf ervaart. Leerkrachten hebben vaak een heel andere beleving van de mate waarin planlast op school wordt aangepakt dan directies. Het is belangrijk dat leraren het gevoel hebben dat er oog is voor de belemmeringen die ze ervaren om tot kwaliteitsvol onderwijs te komen’,  raadt Loes Vandromme aan.

‘En tot slot is het goed te weten dat de inspectie zelf ook nadenkt over hoe ze zelf planlastpercepties genereert en voor een planlastvermindering kan zorgen,’ besluit Vandromme.

Gegevens februari 2024:

Situatie begin 2025:

Nieuws

Poperinge wordt Reveil Troostgemeente

Poperinge wil inwoners die te maken krijgen met verlies en rouw nog beter ondersteunen. Samen met vzw Reveil organiseert de stad een participatief troosttraject dat eind dit jaar resulteert in het label van Reveil Troostgemeente. Het doel? Een warmere gemeenschap creëren waar rouw en troost bespreekbaar zijn en waar mensen elkaar vinden in moeilijke tijden.

Aantal Poperingenaren stijgt lichtjes

Op 31 december 2024 woonden er 19965 Poperingenaars in de Hoppestad. In vergelijking met 2023 (nl. 19911) is het bevolkingscijfer gestegen met 54 inwoners. De evolutie van het bevolkingscijfer is afhankelijk van twee variabelen: de natuurlijke bevolkingsaangroei of-afname en de migratie of verhuisbewegingen.

Nieuw onderzoeksrapport over zijinstromers in onderwijs komt geen minuut te vroeg!

Vlaams parlementslid Loes Vandromme is tevreden met het onderzoeksrapport: “Dat onderzoek komt geen minuut te vroeg. Ik pleit al veel langer dan vandaag om nauwgezet te monitoren als het over onze zijinstromers gaat. In de vorige legislatuur maakte ik ook een plan met een aantal concrete voorstellen om zijinstromers aan te trekken en ze ook te houden in het onderwijs. Eén van de belangrijkste aanbevelingen was om een onderbouwde monitoring te voorzien. Het onderzoek van professor Dewitte is alvast een eerste, belangrijke stap. Tot nu toe hadden we geen enkele houvast qua cijfermateriaal en was het gissen naar oorzaken.”