Deeltijds beroepsonderwijs kantelt binnenkort volledig in, in duaal leren, maar voor veel jongeren is er geen geschikt traject. Loes Vandromme, Vlaams Parlementslid voor cd&v en onderwijsexperte trekt aan de alarmbel: ‘Het is hoog tijd om werk te maken van meer flexibele leerwegen om ook het leerrecht van de meest kwetsbare leerlingen te garanderen op weg naar een onderwijskwalificatie.’
Niet iedere jongere legt een vlekkeloos schoolparcours af en kan op het einde van de leerplichttijd een diploma of kwalificatie voorleggen. Al eerder pleitte Loes Vandromme om werk te maken van meer flexibele leerwegen voor jongeren die schoolmoe maar nog niet arbeidsrijp zijn. Uit nieuwe cijfers, analyses en inzichten, blijkt nu dat steeds meer jongeren die voorheen nog terecht konden in de Centra voor Leren en Werken nu volledig aan hun lot dreigen overgelaten te worden. ‘Deze kwetsbare jongeren dragen vaak een zware rugzak en zijn door een opéénstapeling van negatieve ervaringen schoolmoe. Maar tegelijkertijd zijn ze ook nog niet klaar voor de arbeidsmarkt.’
In de Centra voor Leren en Werken werden trajecten op maat aangeboden en kon stap voor stap naar een kwalificatie gewerkt worden. Sinds het nieuwe onderwijsdecreet van september 2021 werden deze centra ingebed in het nieuwe systeem van Duaal Leren.
Bij duaal leren kunnen leerlingen ervoor kiezen om een onderwijs- en /of beroepskwalificatie te behalen door een combinatie van leren op school én leren op de werkvloer. Leerlingen die arbeidsbereid maar nog niet arbeidsrijp zijn, kunnen in de aanloopfase starten. Een screening moet uitmaken of een leerling toegelaten kan worden tot die aanloopfase. De mogelijke inhoud van zo’n aanlooptraject verschilt van leerling tot leerling en kan bestaan uit een praktijkgerichte of algemene vorming, maar kan ook gaan over het aanleren van de juiste werkattitudes, korte (kijk)stages, enz.
Cijfers staven grote bezorgdheden
Uit cijfers die Vlaams volksvertegenwoordiger Loes Vandromme opvroeg blijkt nu dat in het schooljaar 2023-2024 de screening van 466 leerlingen in de aanloopfase in de tweede graad (of 17,5% van de alle leerlingen in de aanloopfase) negatief was. Deze leerlingen werden uiteindelijk niet ingeschreven in een aanloopfase. Een jaar eerder ging dat nog maar over 181 leerlingen (of 10,1 % van de alle leerlingen in de aanloopfase).
Uit de gegevens die het cd&v-parlementslid ontving, volgden trouwens nog andere verontrustende vaststellingen:
- van de genoemde 466 leerlingen met een negatieve screening in de aanloopfase, waren er namelijk 97 van wie geen enkel spoor kon worden teruggevonden van een inschrijving in een ander onderwijstraject (een schooljaar eerder ging dat nog over 52 leerlingen). Het leerrecht van deze jongeren wordt hier pertinent met de voeten getreden.
- van de genoemde 466 leerlingen vervolgden maar liefst 289 leerlingen hun onderwijstraject in het deeltijds beroepssecundair onderwijs; een mogelijkheid die er vanaf 1 september 2025 niet meer zal zijn. Want volgend schooljaar zal het ‘stelsel van Leren en Werken’ volledig ingekanteld zijn in het duaal leren.
‘Toen het onderwijsdecreet in september 2021 in werking trad waren er al grote bezorgdheden op het terrein. Ik heb deze bezorgdheden toen ook aangekaart’, zegt Loes Vandromme. ‘Nu blijkt uit de cijfers dat de bekommernissen van toen, helaas, terecht waren.’
‘We moeten ons in de eerste plaats grote zorgen maken over de leerlingen die worden uitgeschreven,’ vervolgt Loes Vandromme. ‘Ervaring leert namelijk dat deze groep een groot risico loopt op ongekwalificeerde uitstroom. Voor veel van die leerlingen is een NAFT-traject* geen optie en wie daar wel een beroep op zou kunnen doen botst wel eens op een gebrek aan plaatsen. Uit het jaarrapport van de Onderwijsinspectie weten we anderzijds dat het merendeel van de Centra voor Deeltijds Werken leerlingen met een negatieve screening niet uitschrijft. ‘Dit sluit aan bij hun emancipatorische visie’, zegt de Onderwijsspiegel. Maar het zorgt er wel voor dat een aantal leerlingen in de aanloopfase blijft, en daar eigenlijk niet op zijn/haar plaats zit.
‘Vandaag kunnen de meeste leerlingen met een negatieve screening toch weer terecht in het deeltijds beroepssecundair onderwijs, maar vanaf volgend schooljaar verdwijnt die mogelijkheid dus volledig aangezien het stelsel leren en werken dan volledig ingekanteld zal zijn, in duaal leren. Dat is een zeer zorgwekkende vaststelling’, vindt Vandromme.
Veel meer flexibiliteit en meer middelen nodig
Concreet stelt Loes Vandromme voor om veel meer kwalificatiemogelijkheden in de aanloopfase te voorzien. ‘Op mijn voorstel werd er vorig jaar een decretale mogelijkheid gecreëerd om voor leerlingen uit de derde graad secundair onderwijs meer flexibele leerwegen te bewandelen voor jongeren die ongekwalificeerd dreigen uit te stromen. Concreet zijn dit leerwegen die tot stand komen via samenwerking tussen het secundair onderwijs, centra voor volwassenenonderwijs of bedrijven en organisaties uit de publieke of privésector.
Verder stelt het parlementslid voor om werkt te maken van groeitrajecten in de tweede en derde graad voor jongeren die als niet-arbeidsrijp uit een screening komen en vastgelopen zijn in hun onderwijstraject. De VLOR gaf hiertoe eerder al een waardevolle aanzet.
Nu kunnen jongeren in de derde graad alleen maar een kwalificatie behalen als ze een betaalde werkplek hebben. Het overgrote deel van de jongeren heeft géén betaalde overeenkomst en kan dus niet gekwalificeerd worden.
Bovendien kan kwalificatie nu pas op het einde van het schooljaar en niet tussentijds. ‘Dat zou nochtans voor een boost bij de jongere kunnen zorgen. Op het terrein vreest men ongekwalificeerde uitstroom van heel wat + 18 jarigen die niet willen wachten tot juni op hun kwalificatie’, weet Vandromme.
Daarnaast pleit het parlementslid ook voor meer middelen voor zowel de scholen als de partners die de aanloopfase organiseren. ‘Voor alle jongeren die geen leerovereenkomst hebben, moet de school 28u onderwijs voorzien. Maar scholen kregen geen extra (personeels-)middelen om meer uren onderwijs te voorzien voor deze leerlingen. Daarnaast dalen de middelen van de partners die de aanloopfase organiseren is. Deze partners doen vaak beroep op ESF-middelen ‘Ondersteuning Alternerend Leren (OAL)’ waarmee nu 3500 leerlingen begeleid worden. Alleen is er nog geen duidelijkheid of die broodnodige middelen er volgend schooljaar nog zullen zijn. In haar antwoord op een parlementaire vraag van Vandromme gaf de minister van onderwijs aan dat ze samen met de administratie zal kijken naar alle projecten die er al zijn geweest en zien wat in structureel beleid kan worden omgezet.
‘Kortom: er zijn minder plaatsen bij de partners voor de aanloopfase én scholen hebben niet voldoende middelen om zelf 28u te voorzien. In theorie moet er in een 100% voltijds engagement voorzien worden, maar de realiteit is rampzalig’, besluit Loes Vandromme.
*NAFT: een naadloos flexibel traject kan ingezet worden voor leerlingen die het op sociaal, emotioneel, juridisch, pedagogisch of persoonlijk vlak moeilijk hebben en nood hebben aan een tijdelijke, intensieve begeleiding. Ook de school en klas worden begeleidt. Zo vindt de jongere zijn evenwicht terug en krijgt de klas ruimte om op adem te komen.