Steeds meer leerlingen met extra zorgnoden verblijven in gewone internaten

Publicatiedatum

Auteur

Loes Vandromme Vandromme

Deel dit artikel

Onze Vlaamse onderwijsinternaten vangen steeds meer kinderen en jongeren met extra zorgnoden op. Uit cijfers die Vlaams Parlementslid en onderwijsspecialiste Loes Vandromme (cd&v) opvroeg bij de minister van onderwijs blijkt dat steeds meer leerlingen uit het buitengewoon onderwijs in gewone onderwijsinternaten verblijven. Ook jeugdrechters plaatsen meer en meer jongeren in een onderwijsinternaat. ‘Maar die internaten krijgen geen extra middelen of omkadering om deze kinderen en jongeren op een gepaste manier te begeleiden,’ zegt het parlementslid. Ook in het nieuw decreet voor onderwijsinternaten zijn deze extra middelen niet voorzien. ‘Aanvankelijk werd het plan om een duidelijk kader voor onderwijsinternaten te scheppen heel goed onthaald door directies en internaatverantwoordelijken. Maar de voorlopige teksten wekken nu op veel fronten vooral veel onrust. Deze cijfers tonen aan dat de noodkreet omtrent die extra omkadering voor onze internaten heel terecht is,’ vindt Vandromme.

Leerlingen uit buitengewoon onderwijs in gewone internaten

Internaten bieden aan kinderen vaak een structuur en (studie)begeleiding die ouders, wegens een drukke baan of andere reden, niet (meer) kunnen bieden. Sommige kinderen en jongeren die school lopen in een school voor buitengewoon onderwijs, verblijven na de schooluren op een gewoon internaat. ‘Directie en begeleiders doen hun uiterste best om voor deze kinderen de gepaste begeleiding te voorzien maar ze botsen op financiële limieten want er is voor kinderen met extra zorgnoden geen extra omkadering voorzien’, weet Loes Vandromme. Nochtans stijgt het aantal leerlingen uit het buitengewoon onderwijs dat in gewone internaten verblijft jaar na jaar.  In het schooljaar 2015-2016 vingen de gewone onderwijsinternaten nog 130 kinderen uit het buitengewoon basisonderwijs en 192 jongeren uit het buitengewoon secundair onderwijs op. Ze vertegenwoordigden daarmee toen respectievelijk 10% van alle internen uit het lager onderwijs en 2.2% van alle internen uit het secundair onderwijs.

Zes jaar later, in het schooljaar 2021-2022, vingen de gewone onderwijsinternaten al 175 kinderen uit het buitengewoon basisonderwijs en 361 jongeren uit het buitengewoon secundair onderwijs op. Ze vertegenwoordigen daarmee nu al respectievelijk 15% van alle internen uit het lager onderwijs en 4.3% van alle internen uit het secundair onderwijs.

Jeugdrechter

Ook het aantal kinderen dat via tussenkomst van de jeugdrechter op internaat verblijft, stijgt jaar na jaar. ‘Jeugdrechters verwijzen soms leerlingen door naar internaten, vaak wegens gebrek aan plaatsen in de jeugdhulpvoorzieningen,’ weet Loes Vandromme uit andere cijfers die ze opvroeg.  

In 2018 waren er in totaal 980 (of 10% van alle internen) kinderen en jongeren over wie de jeugdrechter oordeelde dat ze op internaat zouden gestuurd worden. Drie jaar later, in 2021, was dat aantal gestegen tot 1.173. Op een totaal van 9.696 internen in Vlaanderen, is dat maar liefst 12%.

Ontwerpdecreet

‘Het aantal internen in onze Vlaamse onderwijsinternaten daalt weliswaar (van 10.342 in schooljaar 2015-2016 naar 9.696 in schooljaar 2021-2022), maar de diversiteit van de leerlingenpopulatie is wel veel groter geworden en de nood aan extra ondersteuning voor kinderen en jongeren uit het buitengewoon onderwijs of met een moeilijke thuissituatie is daarom heel terecht,’ vindt Vandromme. ‘In het nieuwe decreet dat de minister voorbereidt, wordt hiermee geen rekening gehouden.’

Na een tweede principiële goedkeuring door de Vlaamse regering, ligt het dossier over de onderwijsinternaten nu voor advies bij de Raad van State. ‘Dat advies wordt eerstdaags verwacht,’ weet Loes Vandromme. ‘Daarna komt het decreet ter bespreking naar het parlement. Er wordt ook nog een hoorzitting gepland, waarbij onderwijsinternaten uitgenodigd worden hun visie te geven. Wordt dus zeker vervolgd,’ besluit het parlementslid.

Nieuws

Kunstenfestival Watou neemt tussenjaar

Na drie succesvolle edities onder de creatieve leiding van Koen Vanmechelen gaat het Kunstenfestival Watou in 2025 een bijzonder jaar tegemoet. Er komt een noodzakelijke pauze, maar niet zonder reden: de editie van 2026 wordt voorbereid en de organisatie gaat op zoek naar extra financiële middelen.


2025 wordt echter geen rustjaar wat activiteiten betreft. De stad lanceert een nieuw concept: MINIATUUR. Onder deze roepnaam zitten drie projecten die focussen op ‘klein maar zeer fijn’: een  interactieve schilderijenzoektocht, een Pinkies verhalenzoektocht en de poëziefietsroute.

Slechts 1 op 6 zijinstromers vraagt lerarenbonus aan

Zijinstromers in het onderwijs die nog geen pedagogisch bekwaamheidsbewijs hebben en een lerarenopleiding volgen die leidt tot een pedagogisch bekwaamheidsbewijs, kunnen een lerarenbonus aanvragen waardoor ze recht hebben op een wekelijkse vermindering van hun opdracht en tegelijk hun salaris voor de oorspronkelijke opdracht behouden. De maatregel lijkt moeilijk van de grond te komen, zo blijkt uit cijfers die Loes Vandromme, Vlaams Parlementslid voor cd&v bij de minister van onderwijs opvroeg. In het schooljaar 2023-2024 vroegen welgeteld 724 zijinstromers een lerarenbonus aan: dat is 16% van alle zijinstromers in dat schooljaar. ‘We hebben er alle baat bij dat zijinstromers een lerarenopleiding volgen,’ vindt Vandromme. Het parlementslid roept daarom op om volop in te zetten op verdere professionalisering van zijinstromers en extra maatregelen om hen aan boord te houden. ‘We hebben daar in het regeerakkoord ook afspraken over gemaakt: in de volgende jaren willen we extra inspanningen doen om haalbare, aantrekkelijke en aangepaste trajecten te voorzien voor zijinstromers,’ licht Loes Vandromme toe.

Reaffectatie van vastbenoemde leerkrachten staat lijnrecht tegenover een modern HR-beleid

Leerkrachten die vast benoemd zijn, kunnen hun opdracht geheel of gedeeltelijk verliezen door bijvoorbeeld een daling van het aantal leerlingen in de school. Als dat gebeurt en scholengemeenschappen vinden intern geen oplossing, dan kan de Vlaamse reaffectatiecommissie leerkrachten toewijzen aan een opdracht in een andere school. “Dit systeem zorgt in de praktijk voor een aantal moeilijkheden”, vindt Vandromme. Daarom riep ze de minister op om de moeilijkheden van dit reaffectatiesysteem te bekijken en na te gaan hoe het verenigbaar is met een modern HR-beleid in scholen. De minister van onderwijs beloofde hierover in overleg te gaan met de sociale partners.