West-Vlaamse scholen stellen hun schoolinfrastructuur het vaakst ter beschikking

Publicatiedatum

Auteur

Loes Vandromme Vandromme

Deel dit artikel

Het buitenschoolse gebruik van schoolgebouwen zou maximaal moeten worden

toegestaan. De West-Vlaamse basisscholen zijn een schoolvoorbeeld van dit algemeen aanvaard principe. Dat blijkt uit cijfers die Loes Vandromme, Vlaams parlementslid en onderwijsspecialist bezorgde. 'De secundaire scholen doen het ook goed, maar algemeen zou dit cijfer eigenlijk nog beter kunnen,’ zegt ze.

Het maximaal buitenschools gebruik van schoolinfrastructuur is vandaag een algemeen aanvaard principe en ook zo opgenomen in de conceptnota Masterplan Scholenbouw 2.0. In die conceptnota lezen we onder meer ook dat er gemiddeld 50 uren per week tijdens schoolperiodes en dus buiten de normale schooluren, gebruik kan worden gemaakt van schoolinfrastructuur.

 Uit onderzoek van het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGION) blijkt

dat schoolinfrastructuur gemiddeld 18 uren per week buitenschools wordt

ingezet. Er kan dus nog een hele weg afgelegd worden om te komen tot een maximaal

buitenschools gebruik van de schoolinfrastructuur.

West-Vlaanderen goed bezig

  In West-Vlaanderen is dat 74.5% van de schoolinfrastructuur. Andere provincies doen het daar iets beter.

Als we basis- en secundair onderwijs apart bekijken, zien we dat er voor Vlaanderen in 59,1% van de vestigingsplaatsen basisonderwijs sprake is van buitenschools gebruik. In het secundair onderwijs is er buitenschools gebruik in 72,5% van de vestigingsplaatsen.

 

Dat er een verschil is tussen de infrastructuur van het basisonderwijs en het secundair

onderwijs is niet verwonderlijk omdat dit wellicht te maken heeft met iets meer mogelijkheden tot buitenschools gebruik van (delen van) het gebouw zelf en de verscheidenheid aan lokalen.

‘Het leert ons dus dat een zeer groot deel van de vestigingsplaatsen van het secundair onderwijs daadwerkelijk buitenschools gebruikt wordt. Dit werkt inspirerend naar het hele onderwijsveld,’ geeft Loes Vandromme mee.

 

Schoolvoorbeeld

Een heel mooi voorbeeld van hoe schoolgebouwen erg nuttig kunnen zijn voor de rest van het dorp of de stad, vinden we in Sint-Katrien (Lendelede) waar de dorpsschool Sente voor jong en oud een pleisterplaats is. ‘Hier wordt de sport- en eetzaal overdag door de school gebruikt maar ’s avonds kunnen de verenigingen van het dorp er terecht voor hun activiteiten of vergaderingen. In de vakantie is er ook een solidaire kinderopvang: ouders vangen er beurtelings elkaars kinderen op,’ legt directeur Bert Debooserie uit. Of hoe de school het kloppend hart van dit dorp is…

Veel mogelijkheden

Buitenschools gebruik omvat een brede waaier aan soorten activiteiten. De schoolgebouwenmonitor 2018-2019 geeft aan dat schoolgebouwen het meest buitenschools worden gebruikt voor sport en spel (op 57% van de vestigingsplaatsen), onderwijs en opleiding (41%), feesten en bijeenkomsten (39%), voor- en naschoolse opvang (34%) en cultuurbeleving (33%). Schoolgebouwen worden het minst buitenschools gebruikt voor vergaderingen (29%), cursussen (23%) en studie (15%).

 

Nieuwe oproep

Vorige week nog werd een nieuwe oproep voor dossiers rond huursubsidies gelanceerd. Voor deze projectronde is 10 miljoen euro voorzien.

Scholen die hun infrastructuur ook openstellen voor andere organisaties, kunnen aanspraak maken op subsidies. Bij nieuwe investeringen kan men dan bijvoorbeeld rekening gehouden om maar bepaalde delen van de school open te stellen terwijl je andere delen afsluit. Op die manier kunnen we ook de personeelsinzet voor het openstellen, die vaak een belemmering is om er effectief werk van te maken, binnen de perken houden.

Nieuws

Opstart Samen Lezen-project in de bib

Op 21 januari lanceert het Poperingse leerecosysteem Aster in samenwerking met de bib ‘Samen Lezen’. Om de twee weken kan je een bijeenkomst bijwonen in de bib. Een vrijwilliger leest hardop een verhaal of een gedicht voor. De groep gaat dan in gesprek over gedachten en gevoelens die dit bij hen oproept. Aster is een Europees initiatief, voor dit project zijn naast de bib ook Avansa Oostende-Westhoek, De Lovie vzw, Ligo, OverKop en hogeschool VIVES partners.

Steeds meer kwetsbare jongeren dreigen van het leerpad af te geraken

Deeltijds beroepsonderwijs kantelt binnenkort volledig in, in duaal leren, maar voor veel jongeren is er geen geschikt traject. Loes Vandromme, Vlaams Parlementslid voor cd&v en onderwijsexperte trekt aan de alarmbel: ‘Het is hoog tijd om werk te maken van meer flexibele leerwegen om ook het leerrecht van de meest kwetsbare leerlingen te garanderen op weg naar een onderwijskwalificatie.’

Lezen wordt voor iedereen toegankelijk in Vlaanderen

In 2025 wordt werk gemaakt van de koppeling tussen de online catalogus van alle bibliotheken en de bijzondere bibliotheken zoals Luisterpunt, een specifieke Vlaamse openbare bibliotheek voor personen met een leesbeperking. Blinden, slechtzienden, maar ook personen met dyslexie kunnen er terecht voor luisterboeken of DAISY-boeken. Binnenkort zal er ook meer Vlaamse content aangeboden worden op het e-platform en vanuit de Vlaamse regering wordt het gesprek met de federale collega’s omtrent een uitzonderingsregel in de auteurswetgeving aangegaan. Die regeling moet het mogelijk maken dat mensen die Nederlands leren, maar geen leesstoornis hebben, ook gebruik kunnen maken van DAISY-boeken van Luisterpunt.

Vlaams parlementslid Loes Vandromme (cd&v) is tevreden dat er verder werk gemaakt wordt van inclusie op vlak van lezen. ‘Zo verlagen we de drempel voor vele mensen om makkelijker en sneller boeken te vinden.’