De problematische situatie van het leerlingenvervoer in het buitengewoon onderwijs is geen nieuw gegeven. De ritduur voor heel wat leerlingen is en blijft te lang. Een aantal budgetverhogingen brengt beperkt soelaas, maar door de ongelijke spreiding van de verschillende types, opleidingsvormen en scholen buitengewoon onderwijs in Vlaanderen, het steeds drukker wordende verkeer en de aangepaste mobiliteitsplannen, stijgen de ritduren jaar na jaar. Vlaams parlementsleden Martine Fournier en Loes Vandromme dienden daarom samen met de meerderheidspartijen een resolutie in die op korte termijn een oplossing moet bieden voor de meest schrijnende situaties en op lange termijn werk moet maken van een fundamentele hertekening van het leerlingenvervoer voor leerlingen van het buitengewoon onderwijs.
“In de resolutie stellen wij een multimodale oplossing voor: niet blindstaren op enkel de centraal georganiseerde bussen maar ook bekijken of andere vervoersmodi kunnen bijdragen. We moeten creatief zijn in het vinden van oplossingen,” leggen Vlaams volksvertegenwoordigers Martine Fournier en Loes Vandromme uit. “Inspiratie hiervoor kan gehaald worden bij de pilootprojecten die voormalig minister van Onderwijs Crevits de vorige legislatuur opstartte, waarbij het vervoer niet meer centraal vanuit Brussel wordt gepland, maar via lokaal overleg.” Momenteel lopen er drie pilootprojecten in Leuven, Roeselare en Antwerpen. Na een tussentijdse evaluatie in 2019 zouden deze in juni 2022 finaal geëvalueerd worden. Ondertussen heeft de Vlaamse Regering beslist om sneller te schakelen en nu te kijken wat kan. Uit de proefprojecten kunnen immers heel wat zaken geleerd worden die op korte termijn verlichting kunnen bieden. “De proefprojecten tonen aan dat het om complexe materie gaat waarvan de oplossing zich situeert in verschillende beleidsdomeinen: onderwijs en mobiliteit, maar ook welzijn, lokale besturen en jeugd. Ons voorstel heeft als doel om de vijf bevoegde ministers die zich hebben geëngageerd om deze problematiek aan te pakken, aan te zetten tot intense samenwerking,” zeggen de parlementsleden.
“Voor onze fractie is het daarnaast vooral belangrijk dat elk kind naar de school moet kunnen gaan die hij of zij zelf kiest. De vrijheid van schoolkeuze mag niet in het gedrang komen. Daarop moeten we blijven toezien,” vult Loes Vandromme aan. “We beseffen dat dit niet van vandaag op morgen is uitgewerkt. Daarom vragen we ook om op korte termijn al een oplossing te voorzien voor de meest schrijnende situaties waarbij kinderen tot vijf uur lang op de bus moeten zitten om simpelweg op school te geraken. Voor die leerlingen moet er nog dit schooljaar een oplossing komen. Daarna moet gewerkt worden aan een fundamentele hertekening van het hele leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs, zodat situaties zoals die vandaag bestaan voorgoed verleden tijd zijn,” besluit Martine Fournier.